Ik ben werkzaam bij de politie, en wel van de basiseenheid Sneek. Op de zondagmiddag van 16 augustus 1998 was ik belast met de algemene surveillancedienst en kregen wij omstreeks 12.00 uur een melding dat er in de kamer van een flatbewoner op de Houkeslootstraat 42 in Sneek een vogel zat. Volgens de bewoner zou het een arend of zoiets zijn. Mijn collega en ik zeiden tegen elkaar: ‘Dat is wel een hele vreemde melding. Het zal wel een grap zijn.’ Direct daarop zijn we naar genoemd adres gereden. Ter plaatse aangekomen zagen we mensen voor de flatwoning staan. De bewoonster kwam bij ons en vertelde dat er een vogel bij haar in de woonkamer zat, en dat deze dwars door het achterraam was gevlogen. Ze was zich doodgeschrokken. Dit had ze nog nooit meegemaakt. We keken omhoog en zagen een vogel voor het raam. Het raam was besmeurd met bloed. In eerste instantie leek het op een Sperwer. Hij was echter veel groter.