Dat veel (wilde) dieren de laatste decennia in het verkeer sterven, heb ik half september nog aan den lijve meegemaakt toen Max mijn Mechelse herder, die ik met letterlijk bloed, zweet en tranen had opgeleid tot een perfecte schapenhoeder (ik ben namelijk herder van beroep, op het Balloërveld in Drenthe), slechts twee jaar jong, het zoveelste slachtoffer werd. Bekend is dat voor soorten als das en kerkuil het toenemende verkeer de belangrijkste doodsoorzaak is. En ook treinverkeer, waar dit onderwerp over gaat, schijnt veel roofvogels en uilen om zeep te brengen (zie ook Buijs 1995, Quist 1998). Zelf vond ik een plek waar op slechts 20 m2 veel vogels stierven en gewond raakten, namelijk waar de N33 kruist met de spoorlijn Groningen-Zwolle, net ten zuiden van Assen (Amersfoortcoördinaten 2339-5542). Hier ligt het favoriete struingebied van Roy (mijn border) en mijzelf, Roy mag zich daar niet verder dan 30 meter van mij verwijderen. Hij mag alleen in de berm lopen en mag niet reageren op reeën, hazen, konijnen, schapen en andere levende wezens, om eventuele verstoring zo gering mogelijk te houden. Het gebied is vrij gaaf, met veel zandpaden, houtwallen, glooiingen, loofbosjes en enkele gemengde bosjes, echte graanstoppelvelden en onverkavelde paarden- en schapenveldjes van hobby-boeren. Kortom, rijk aan buizerdvoer. Buizerds kom je er dan ook veel tegen, zo ook Torenvalk, Blauwe en Bruine Kiekendief, veel houtduiven en geelgorzen. Er ligt ook een zandwinningsplas met futen en eenden. Ten zuiden van dit gebied ligt Geelbroek, een prachtig (weide)vogelgebied van Staatsbosbeheer, ten oosten een SBB-terrein tussen Amerdiep en Eldersloo, en ten noorden van de N33 een vrij natuurlijk ingericht bos/park van Boeienoord (een psychiatrische inrichting). Via dit terrein wandel ik op vrije dagen vaak van mijn woonplaats naar het genoemde gebied. Daarbij kruis ik de N33 op de plek waar de spoorlijn onder de snelweg doorloopt, de plek des onheils.