Op zondag 17 oktober 1999 zijn wij, de Vogel werkgroep Altenatuur, een dagje wezen vogelen in de Biesbosch. Omdat er daar tijdens de najaarstrek altijd wat is te zien, waren onze verwachtingen hoog gespannen. Wij hadden gehoord dat de Slechtvalk dit jaar in de directe omgeving van de Biesbosch met succes had gebroed, en hoopten deze snelle valk in de kijker te krijgen. Na enkele polders gezien te hebben, naderden we de polder Noordplaat. De hier aanwezige hoogspanningsmast houden we altijd scherp in de gaten. Nadat we hadden aangelegd, stelden we onze telescopen op. En warempel, er zat een Slechtvalk in de mast. We hebben tien minuten naar deze schitterende roofvogel kunnen kijken tot hij opvloog en vlakbij een grote groep Kol- en Grauwe Ganzen landde. Opmerkelijk genoeg bleven de ganzen vrij rustig zitten. Maar ineens was er grote paniek onder de ganzen, zelfs de Slechtvalk vloog op. Met onze kijkers speurden we de omgeving af en opeens zagen we de oorzaak. Een reusachtige Zeearend vloog over het noordelijke deel van de Noordplaat. De Slechtvalk vond het blijkbaar nodig hem een beetje op te jagen. Nu had ik in één kijkerbeeld een Zeearend en een Slechtvalk, dat was echt kicken. We konden de jonge Zeearend nog enkele minuten spotten tot hij omhoog schroefde en in dezelfde richting verdween als van waaruit hij was gekomen. Dit hebben we gelijk gemeld bij Dirk Feij van Staatsbosbeheer. Als we vijf minuten eerder waren geweest, hadden we volgens Feij ook nog een Visarend kunnen zien. Reden te meer om de Biesbosch regelmatig te bezoeken.