Rekening houdend met datum van uitkomen was er geen significant verschil in de duur van de afhankelijkheidsperiode na het uitvliegen tussen wilde en door mensen opgevoede en losgelaten Grauwe Kieken. Door mensen grootgebrachte vogels werden vaker op de loslaatplaats waargenomen dan wilde vliegvlugge jongen bij hun geboorteplaats, vermoedelijk omdat de eerste categorie een betere conditie had op het moment van loslaten. Bovendien bleek dat hoe langer de vogels in gevangenschap hadden gezeten (afkomstig van broedsels in graanvelden die op het punt stonden te worden vernield door oogstmachines), hoe beter hun conditie werd. Hoe slechter de conditie, hoe langer de periode van afhankelijkheid na het ‘uitvliegen’.