Roofvogels roepen tegenstrijdige gevoelens op. Waar de een in ademloze verwondering naar een zwevende buizerd kijkt, schroomt een ander niet vergiftigd aas uit te leggen om diezelfde buizerd te verdelgen. Deel van een citaat op de achterzijde van de Ecologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels. De politie Hollands Midden heeft sinds 1998 drie milieuteams. Zij hebben de complexe milieuzaken, waaronder opsporen van roofvogelvervolging, tot taak. Nadenkend over vervolging komen we onvermijdelijk uit bij de vervoersvergunningen. Hier kan de politie winst boeken. In Hollands Midden is daarom de volgende werkafspraak gemaakt. Ieder dood gevonden beschermd dier wordt bij het aanbieden aan een politiebureau ingenomen en gedeponeerd in een vrieskist. De gegevens van de vinder worden zo uitgebreid mogelijk genoteerd, alsmede tijdstip, locatie en omstandigheden waaronder het beest werd aangetroffen. Vervolgens gaat er een bericht naar de afdeling Bijzondere Wetten. Wanneer het om een roofvogel, uil of zoogdier gaat, wordt het milieuteam ingeseind. Collega’s van het milieuteam, die kennis van zaken hebben, onderzoeken de aangeboden dieren. Als het dier niet verdacht is, kan het met vervoersvergunning naar een preparateur. Tevens worden gegevens van de beesten genoteerd, zoals geslacht, leeftijd, klauwgrootte, vleugellengte, gewicht en natuurlijk de mogelijke doodsoorzaak. Deze gegevens worden met meldingsformulieren doorgegeven aan de Werkgroep Roofvogels Nederland en de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdieronderzoek.