Op het schiereiland Björkö, boven Stockholm, besprak afgelopen oktober een groep van internationale zeearendonderzoekers de situatie van Europa’s grootste arend. Tijdens de vijfdaagse conferentie werden status, onderzoek en toekomst besproken. In de meeste landen groeit de populatie nog steeds, waarbij Noorwegen aan kop gaat met 2000 broedparen. De gehele Europese populatie werd gesteld op 4300 paren, waarvan er 3200 in Noord-Europa nestelen. Alleen in Zuid-Europa is de soort nog schaars, hoewel het aantal overwinteraars daar toeneemt. Vooral in Midden- en West-Europa vormen de enorme hoeveelheden watervogels en vis voor een constant aanwezig voedselreservoir. In Zweden en Finland wordt ‘s winters nog bijgevoerd, hoewel de intensiteit daarvan afheemt onder druk van de publieke opinie. Op de Alandarchipel in de Botnische Golf moest men daardoor de wintervoedering zelfs geheel staken; er waren wel genoeg arenden. De Groenlandse Zeearenden kennen voedselschaarste door overbevissing door de mens en jacht. Het in 1976 gestarte internationale kleurringprogramma wordt voortgezet tot 2007. Tot nu toe zijn er ruim 7000 jonge Zeearenden geringd met een jaar- en identificatiering. In de toekomst zal er steeds meer van DNA-technieken gebruik worden gemaakt om deelpopulaties met elkaar te kunnen vergelijken.