Kennissen van mij hebben in Den Ham een huis waar het allemaal gebeurde. Door hun koelbloedige optreden, enkele foto’s en een gedetailleerde beschrijving leek het alsof ik er zelfbij was. Ze waren een uur uit wandelen geweest, openden de voordeur en zagen in de kamer een eerstejaars Havik op de grond staan. Let wel, het was 1 april en leg dat je natuurvrienden maar eens uit. Werkelijk overal lagen honderden glassplinters, vanaf het bewuste raam tot zes meter de kamer in. De ruit mat 45 bij 52 cm, en had een dikte van 3 mm. De Havik was er finaal doorheen geknald. Door de schrik vloog de vogel tegen een andere ruit (schade). Daarna, na een stevige aanloop en vlucht tegen een derde ruit (schade). In beide ramen zat dubbel glas, het bewuste raam was het enige met enkel glas, over geluk gesproken! De bewoners maakten toen enkele foto’s en zetten de voordeur open. De Havik hipte er snel naartoe met een iets hangende vleugel, piepte een kort geluid en vloog wat aarzelend naar buiten. Na tien meter hervond hij wat een Havik tot een Havik maakt en ging als een speer het bos in. Bij het raam werd geen prooi aangetroffen. Er lagen in het huis geen uitwerpselen en er was geen spoor van bloed te vinden. Van buitenaf is er geen zicht door het bewuste raam naar een ander raam aan de overliggende kant van het huis.