Eind juni werd ik door mijn vrouw op mijn werk gebeld met de mededeling dat er een dode Torenvalk was gevonden bij kast nummer 24. Verdronken in een badkuip die werd gebruikt als drinkbak voor paarden... Na mijn werk ben ik er gelijk naartoe gegaan. De eigenaar verklaarde dat het om een volwassen vogel ging. Het bleek een vrouwtje te zijn. Hij had de vogel ‘s morgens vroeg al gevonden toen hij de badkuip wilde bijvullen. Ik had de man al eerder gewaarschuwd en gezegd dat hij een stuk hout van populier of wilg in de badkuip moest gooien. De paarden hebben daar geen last van en vogels kunnen eruit klauteren als ze erin vallen. Ik ging direct de torenvalkenkast controleren. Er lagen wel zes muizen in, vermoedelijk gebracht door het mannetje. De jongen waren ongeveer 12 dagen oud en konden nog niet zelf de prooi verscheuren. De eigenaar was toch wel ongerust hoe het nu verder moest met die vijf jongen. Eerst hebben we het een dag aangezien in de hoop dat het mannetje toch de jongen zou voeren. Maar dat bleek valse hoop. De andere dag bleek dat hij wel meer prooien had aangesleept, maar er was niets van gegeten. De jongen waren erg onrustig, de kroppen waren leeg. Wat nu te doen. Ik kon het niet over mijn hart krijgen om de jongen dood te laten gaan in de kast. Ik besloot om te kijken of er nog plek was bij een andere kast met minder dan vijf jongen, en waar het leeftijdsverschil met het ongelukkige vijftal klein was. Dat verhaal ging niet op; de kasten met minder dan vijf jongen hadden allemaal jongen die stukken ouder of jonger waren. Toen besloot ik maar om ze mee naar huis te nemen en zelf groot te brengen. Dat was heel spannend, want ik had geen ervaring in het opvoeden van jonge Torenvalken. Met het weekend voor de deur had ik genoeg tijd om er alle aandacht aan te besteden. Op het eerste gezicht leek dat op een mislukking uit te lopen. Ik dacht ze op te voeden met gehakt en een groot pincet.