Lange dagen worden er op het moment weer gemaakt door de inventariserende WRN'ers. Enthousiaste en treurige verhalen bereiken ons oor. Meldingen over vieren vijflegsels bij de Buizerd, succesverhalen over dikke jongen met goedgevulde kroppen, opmerkelijk veel rosse woelmuizen en bosmuizen als prooi, karige aantallen van de Grauwe Kiekendief, en de eerste, prachtig gekleurde, wespendiefeieren. Daarnaast de gebruikelijke, jaarlijks wederkerende, verslagen over omgezaagde nestbomen en anderszins verstoorde broedsels. Toch lijkt het aantal gevallen van vervolging, voor zover wij het op dit moment kunnen inschatten, duidelijk minder dan de afgelopen jaren. In ieder geval werden veel minder dode roofvogels in het veld aangetroffen. Wat mogelijk meespeelt, zijn de MKZ-perikelen dit voorjaar, waardoor we wekenlang grote delen van ons onderzoeksgebied niet konden betreden. Alvorens conclusies te trekken, wachten we de nestkaarten en verdere berichten af. Dit jaar is het veertien jaar geleden dat ik actief werd binnen de WRN, waarvan de laatste zeven jaar als fulltime landelijk coördinator. Het was een tijd van actie voeren, voorlichting geven, subsidie verwerven, nieuwe artikelen (posters, boeken, ansichtkaarten, t-shirts) ontwikkelen, op poten zetten van De Takkeling en de Landelijke Roofvogeldag, contacten met de achterban uitbreiden en onderhouden, en ga maar door. Druk, druk, druk, maar ook spannend, leerzaam en vaak succesvol. Mijn rol binnen de WRN is echter een eind uitgespeeld. Voorlopig blijf ik, zolang het nodig is, op de achtergrond aanwezig voor het beantwoorden van post en telefoon. Het werk wordt vanaf heden in toenemende mate gedelegeerd en overgedragen. In De Takkeling van oktober meer hierover.