Zaterdagavond, 5 juni 19.00 uur. Op zoek naar het haviksnest zagen we in een naaldboom het nest. De moeder vloog weg toen wij naar het nest zochten. Ze vloog in de buurt van kraaiennesten. Daardoor was er grote onrust bij de kraaien, ze waren angstig. Een man klom de boom in naar het nest. Hij had allemaal touwen en gespen om zijn middel om aan de boom vast te maken en een tas te laten vieren. Eén touw zat om de tas waar de twee jonge Haviken in moesten. Toen lieten ze de tas naar beneden zakken. De havikjongen hadden nog dik in wit dons. Eerst ging Hanneke de lengte van de poten meten. Daarna werden ze gewoon op een weegschaaltje gelegd. Tenslotte kregen ze een ringetje om hun poot. De jonge Buizerds zaten in een kromme boom. Die was moeilijk te beklimmen, maar het lukte wel. In de verte boven een veldje vloog, schreeuwend naar ons, de vader- of moederbuizerd. Even later waren de kuikens veilig beneden. Het waren er twee. Ze leken erg veel op de havikkuikens, ook zo’n dik wit verenpak. Ze waren ongeveer even groot. Weer gingen we de vleugels en de poten meten. Wat opviel was dat de poten van een buizerdjong kleiner waren dan die van een havikjong. Hanneke trok ook een veertje uit zijn nek voor onderzoek; dit doet de vogel geen pijn. Nadat we ze geringd hadden, werden ze door de man teruggezet in het nest.