Via het internet heb ik kennis gemaakt met de Projektgruppe Seeadlerschutz in Sleeswijk-Holstein. Het hoofdkantoor staat in Kiel. In 2000 werd een grote conferentie georganiseerd in Mölln, maar door omstandigheden kon ik daar niet aanwezig zijn. Ik heb daarna een gesprek gehad met een van de bestuursleden van die beschermingsorganisatie. Hij vertelde mij onder andere dat er naast het donateurschap ook de mogelijkheid bestond om in het veld betrokken te zijn. Van alle bewoonde horsten worden er een zestal bewaakt door vrijwilligers. Zij kamperen in caravans van de organisatie vlakbij de horsten en bewaken de zeearendparen en hun broedsels. Daarnaast hebben deze mensen een belangrijke taak bij het voorlichten en informeren van bezoekers en het signaleren en doorgeven van verstoringen door mensen, voertuigen en vliegtuigen. Door deze werkwijze weet het publiek dat daar een zeearendenhorst aanwezig is, kunnen ze een kijkje komen nemen en ontstaat draagvlak voor de aanwezigheid en de bescherming van zeearenden. De horsten zijn vaak gesitueerd op particulier grondgebied. Met de eigenaren en de lokale overheden zijn afspraken gemaakt over de bescherming van de rust in de nabije omgeving van de horsten. Dit betekent voor een aantal boeren dat ze een stuk grond voor een belangrijk deel van het seizoen (februari – juni) niet kunnen betreden en/of bebouwen. Door deze openheid wordt het publiek betrokken bij de bescherming van een natuurlijke omgeving. In Nederland heb ik de indruk dat de informatie over een vermeend broedgeval van een zeldzame vogel pas wordt vrijgegeven nadat zich een broedgeval heeft voorgedaan. Daartoe wordt een broedgeval angstvallig stilgehouden om te voorkomen dat de omgeving te druk wordt bezocht en verstoring optreedt.