“Zeer teleurstellende broedresultaten”. Die mededeling kreeg de Werkgroep Natuur en Milieu van Stichting Stedenband Hoogeveen-Martin per mail voor het vertrek naar Slowakije op 14 juni. Enkele dagen later bleek uit gesprekken met medewerkers van Beheer Nationaal Park Grote Patra en de directie dat er sprake was van een verslechterde organisatie van nestbewaking. Wellicht daardoornam de stroperij toe. Eén Oostenrijkse stroper kon bij toeval in de kraag worden gegrepen bij de grensovergang nabij Bratislava. Ook de uiterst strenge winter speelde de Steenarenden parten. Was de winter van 2004 op 2005 al streng in Slowakije, de afgelopen winter sloeg alle records. Keer op keer kregen we berichten over aanhoudende sneeuwval en zeer strenge vorst. De e-mails waren bijna noodkreten. De winter duurde van eind november tot diep in april. Anderhalve meter droge sneeuw in dorpen en steden, plaatselijk twee meter in de bergen. Boswachter L’udo Reminík mailde: “Het sneeuwt en sneeuwt en sneeuwt maar, elke dag!” Met sneeuwschoenen aan probeerde men zoveel mogelijk hooi bij te voeren. Met de koppen boven de sneeuw ploeterden edelherten, reeën en everzwijnen naar de voerplaatsen. Zo gauw de boswachters dertig meter waren verwijderd, stonden de dieren al te eten. Ze kwamen ook aan de randen van de dorpen. Half januari was Beheer Nationaal Park Grote Patra door het voer heen. De sneeuw lag toen zo hoog, dat bijvoeren bijna niet meer mogelijk was. De sterfte onder hoefdieren werd hoog. Wolven, lynxen, vossen en Steenarenden profiteerden. Kadavers werden snel opgeruimd. Je zou zeggen dat goed doorvoede Steenarenden ondanks de kou de draad in het voorjaar wel weer oppikken en tot nestherstel en paren komen. Maar dat was in maart en april 2006 volgens Ivan Milan en directeur Jan Kadlecik niet het geval. Het bleef sneeuwen en vriezen en van de negen paren Steenarenden (vermoedelijk meer) werd slechts bij twee paren copulatie geconstateerd. De bewakingscaravan in het L’ubochnianská dolina hoefde niet te worden bemand; ook daar kwamen Steenarenden niet tot broeden.