Half januari 2007 werden er Zeearenden waargenomen in een gebied zo’n 10 km ten zuiden van de stad Groningen. Ik was daar goed ingepakt en met een 10x50-kijker op 15 januari aanwezig, van 10 tot 15 uur. Zonnig weer, ongeveer 10°C met een frisse zuidwestenwind. Het is een gebied van Natuurmonumenten, bestaande uit veenafgravingen, plassen en moerasbos. Het noordelijke deel is een relict van het beekdal van de Drentse Aa, met onverkavelde graslanden. Voer zat voor Zeearenden: veel water, dus veel vis. Ook een overvloed aan vogels. Die dag zag ik vele honderden wilde eenden, smienten, stormmeeuwen, kieviten en spreeuwen, meer dan honderd nijlganzen en koeten, en vele tientallen blauwe reigers, knobbelzwanen, Canadese ganzen, boerenganzen, grauwe ganzen, kolganzen, aalscholvers en zwarte kraaien. Daarnaast kleinere aantallen van krakeend, kuifeend, fuut, brandgans, een gekortwiekte zwarte zwaan, goudplevier, watersnip, lijsters, vinken, mezen, piepers, grote bonte specht, waterhoen, torenvalk, buizerd, een havikvrouwtje (die zonder prooi door kraaien weer het bos werd ingepest), roodbotst, winterkoning, en last but least, een ijsvogel.