Op 30 augustus 2008 overleed plotseling Hans Esselink (geboren 8 oktober 1954), één van de oprichters van de – wat toen nog heette – Werkgroep Roofvogels Noord-Nederland (WRNN). Het jaar was 1982. De roofvogelstand begon net wat aan te trekken, na in de jaren zestig en zeventig in een diep dal te zijn geraakt vanwege het gebruik van organische chloor- en kwikverbindingen in de landbouw. Dit herstel leidde vrijwel onmiddellijk tot vervolging van roofvogels. Deze onfrisse praktijken zinden Hans niets, en samen met onder meer Johan Bos, Johan Krol, Onno Plantinga, Jan Schipperijn, Albert Seubring en Bert Takman werd de WRNN opgericht. Een losvaste groep, niet gehinderd door oprichtingsstatuten, notulen of ander papieren ongerief, maar bestaande uit enthousiaste mensen die roofvogels (en eigenlijk alles wat met natuur had te maken) aan het hart gebakken lagen. Mijn eerste ontmoeting met Hans dateert van 1983. Broedvogels inventariserend voor de provincie Drenthe in de omgeving van Emmen en Coevorden hadden we een aantal roofvogelnesten gevonden waarvan de jongen nodig geringd moesten worden. Wat volgde bleek in later jaren het vaste patroon te zijn. Op het afgesproken tijdstip geen Hans te bekennen. Een uur te laat kwam hij aanzetten met Willem van Manen in zijn kielzog, een stil jongetje met lang sluik haar, dat – naar al snel duidelijk werd – een verbazingwekkende klimmer was. Hans zelf in vol ornaat, dat wel, overall aan, klimgordel om, klimsporen aan de voeten, sigaar in het hoofd; zo stampte hij na afloop ook de plaatselijke snackbar binnen om frikandellen en patat te bestellen. “Eerst even bellen”, was zijn eerste zin. De aanvankelijke irritatie werd in geen tijd door Hans’ praatkunst en charme omgezet in een memorabele trip langs roofvogelnesten, waarbij Willem het meeste klimwerk deed en Hans het palaver verzorgde; als hij al de nestboom instampte, dan steeds met sigaar. Ook als dat een scheefstaande wiebellariks betrof.