Op grond van tellingen tijdens de voorjaarstrek in Italië wordt gesproken van een toename van de soort. Een weinig overtuigend verhaal, omdat de vraag in de titel niet wordt beantwoord: geven tellingen een betrouwbare indruk van populatiegroottes? Bovendien worden diverse aannames wel erg gemakkelijk gemaakt, zoals het missen van ongeveer 40% van de passanten in 1993-96 (tegenwoordig zou dat niet meer het geval zijn, maar hoe weten we dat?). De toename wordt toegeschreven aan verminderd afschot in Calabrië en omstreken. Dat is goed mogelijk, maar of dat afschot de stand van de soort bepaalde, is onbekend. Bovendien, op de westelijke trekbaar wordt nauwelijks geschoten (Zweden, West-Europa), en daar neemt de populatie sterk af. Het blijft altijd beter populatieveranderingen direct te meten, dus via tellingen in de broedgebieden, dan indirect (via trektellingen, vangsten). (nicolantonioa@tiscalinet.it).