Soms kom je een oude vriendin weer eens tegen... en dat is leuk. Vandaag reed ik met de auto hier vlakbij door de polder en kwam zo iemand tegen. Ik kende haar al drie winters, in de zomer zie ik haar nooit. Ze komt hier steeds overwinteren. In de zomer zit ze vast ergens in Zweden op haar eitjes te broeden en is ze vervolgens een goede moeder voor haar kroost. Dat weet ik niet zeker want we verstaan eikaars taal niet. Maar we begrijpen elkaar wel goed. Ik begrijp dat zij hier de ‘Bazin van Buren’ is en alle andere Torenvalken, Buizerds, Sperwers en Slechtvalken de baas is. Ze heeft hier een goed voedselgebied gevonden en ze heeft de dwars over de dijk lopende hekken tussen de jachthaven bij Nes tot het eind van de dijk bij de eendenkooi ten oosten van Buren tot uitkijkpost verheven. Met haar koninklijk scherpe blik kan ze zowel het wad als de polder overzien. Ze kan dan naar beide kanten de kneusjes er uit pikken. En dat voor een dame die een beetje gehavend is. Tja... ze is niet meer op haar mooist. In haar linker vleugel mist een behoorlijk aantal armpennen die niet meer terugkomen. En dan toch bazin van de hele polder zijn... en dat al tenminste vier winters lang. Daarvoor heb ik respect. En zij begrijpt dat ik respect voor haar heb en niks kwaads of doms in de zin heb. Daarom vindt ze het goed dat ik zo nu en dan een paar uurtjes bij haar ga zitten en vanuit zo’n blikken doos een witte toeter op haar richt en dan een tweehonderd klikjes produceer. Wat dat betekent, daar heeft ze geen idee van en dat is ook niet belangrijk voor haar. Zij moet om zich heen blijven kijken en haar verenpak netjes gladstrijken, zoals een dame doet. Zelfs poepen doet ze intussen met stijl. Mijn vriendin is een prachtige Zweedse Slechtvalk,