Het is 16 oktober 2010. Rond 12.00 uur sta ik op de wierde van Dordwerd, naast de toren (waar een Kerkuil huist), te kijken naar vier soorten meeuwen, Spreeuwen, Kieviten, kraaien en een Ooievaar. Vanuit het westen komt een adulte Buizerd aanscheren, laag over het veld en tegen de harde noordooster in. Aan alles straalt af: als ik er eentje in mijn klauwen krijg, dan is die voor mij (Foto). Dit is menens, en de vogels reageren dan ook met wegwezen. De Buizerd sloeg geen prooi en maakte al snel weer enige hoogte om zich in een meidoorn langs de weg te settelen. Deze manier van vogeljacht kende ik tot nu toe alleen van Zeearend, Havik en Slechtvalk. Maar het verbaasde me niets. Dit was waarschijnlijk een ervaren Buizerd die al heel wat j aren in het veld meedraait en het klappen van de zweep kent. Op het vlakke land, met die harde wind tegen, is het voor vogels moeilijker wegkomen. Of zou ze het kunstje hebben afgekeken van Havik of Slechtvalk? Hoe vaak zie je niet Buizerds in de buurt als deze soorten op jacht zijn, al was het maar om een prooi af te pakken (zoals Henk Castelijns in de vorige Takkeling beschreef). Buizerds zijn intelligente, veelzijdige roofvogels met een groot aanpassingsvermogen, al denken nog veel mensen dat het slome sloebers zijn. Niet voor niks is het de meest algemene roofvogel van het land. Ze broeden al geregeld binnen de bebouwde kom van de stad Groningen. De afgelopen driejaren zag ik ze meerdere keren boven het stadscentrum.