Op 27 december 2011 ving Christiaan de Vries bij de Duurswouderheide in Friesland een Buizerd met een ring aan de poot. Geen bijzondere gebeurtenis, want veel Buizerds zijn geringd. Deze vrouw bleek echter op II juni 1986 door Willem van Manen (op naam van Hans Esselink) als nestjong te zijn geringd in de buurt van de woonplaats van Rob op landgoed Berkenheuvel. Dat is ongeveer 20 km van de vangplek vandaan. Ze was het eerste jong op een nest van twee, en woog op de ringdag 820 gram bij een vleugellengte van 212 mm; haar broertje woog 660 gram bij een vleugel van 178 mm. Aardig dat we haar achteraf, tijdens het analyseren van de gegevens voor de Ecologische atlas van de Nederlandse roofvogels als vrouw hebben gedetermineerd. Dat blijkt dus te kloppen. Toen Christiaan haar in 2011 ving, woog ze 1059 gram, een goede conditie dus. De vogel was al bekend bij Christiaan, want ze broedde vanaf 1994 op de plek waar ze uiteindelijk ook gevangen is. Een leeftijd van 25 jaar en zes maanden is respectabel voor een Buizerd. De oudste staat te boek met een leeftijd van 28 jaar en negen maanden, een Deense vogel die dood werd gevonden (www.euring.org). Zulke oude vogels moeten een indrukwekkende serie jongen hebben geproduceerd. Het zijn de dragers van de populatie, omdat de meeste doodgaan voordat ze zich überhaupt als broedvogel hebben kunnen vestigen. Hoe aardig het vangen van zo’n oude knakker ook is, uiteindelijk willen we natuurlijk weten wat het vangen van al die volgroeide Buizerds oplevert. Hoe is de broedpopulatie opgebouwd, wat is de gemiddelde leeftijd (met variatie) waarop een Buizerd voor het eerst tot broeden overgaat, verschilt dat naar sekse, wat is de individuele bijdrage aan de populatie (in termen van jongen die later zelf tot broeden overgaan, de rekrutering), hoe verloopt de natale dispersie van jonge Buizerds, enzovoort. Waar blijft het eerste artikel hierover? Vangen van Buizerds is een leuke bezigheid, maar zonder een uitwerking van de gegevens, en publicatie daarvan, blijft het luchtfietsen.