Wel vijftien jaar geleden brachten we een simpel kastje, een “vliegenvangers bakje”, aan onder een balkonrand tegen het uiteinde van een dragende muur, dicht bij het raam het raam van onze woonkamer en op een goede meter afstand van een prachtige schuilplaats in de vorm van een hulstboom. In onze ogen was het hieronder geschetste plaatsje dus ideaal. Alleen heeft er tot dit jaar nooit een broedvogel naar omgezien. ’s Winters sliep er wel eens een Koolmees in. Maar: OP 17/4 merken we een Pas gearriveerde Roodborst in de tuin; een vol gekleurd mannetje die zich van 20 tot 29/4 regelmatig liet zien. Die begon op 2/5 nestmateriaal (veel “blad”) naar het bakje aan te slepen. Rond 5/5 is alles heel stil, maar als een passerende Koolmees de nestplaats benadert, dan is de Roodborst er meeteen bij vanuit zijn schuilplaats in de hulst. Op 10/5 vliegt het “in” en blijft op het nest. Dan volgende notities: 12/5 wordt in de Hulst door omgevoerd; nauwelijks zang. 13/5 idem, maar nu ook wel op het nest, zeker eens per 10 min. 21/5 weer eens even de zang gehoord. 29/5 Ouders vliegen af en aan met voer. 31/5 ’s Avonds zingen ze weer. 1/6 De camouflage tekening van de jongen in het nest wordt zichtbaar. 3/6 Tijdens onweer en stortbui gaat in ieder geval een van de ouders op de rand van het nest zitten schuilen. 8/6 Jonkies uitgevlogen (waarschijnlijk drie, één ei bleek niet bevrucht), of de avond tevoren of ’s morgens.