Broedvogels van de noordelijke kwelders

Van de aantallen broedvogels die op de kwelders van Noord-Groningen voorkomen was tot voor kort weinig bekend. Daar kwam in de jaren zeventig verandering in toe er broedvogelinventarisaties werden uitgevoerd. In 1973 inventariseerde J. Prop de kwelders voor de Westpolders en een deel van de Julianapolder, Sikkema en Rubertus inventariseerden in 1974 de Lauwerpolder (Sikkema 1976) en door de Provinciale Planologische Dienst (PPD) van Groningen werden in 1976 de buitendijkse gronden steekproefsgewijs onderzocht. Op basis van deze gegevens is in 1976 een aantalsschatting voor de Groninger noordkust gemaakt. Deze schatting is daarna voor diverse publicaties gebruikt (Smit en Wolff, 1980, Boekema et al. 1983). In het verslag dat naderhand over de PPDinventarisatie is verschenen wordt echter vermeld dat deze schatting als een absoluut minimum gezien moet worden en meer de weergave van de gevonden aantallen betreft dan een extrapolatie voor de hele noordkust. (Vos et al. 1982).