1986
’Hotspots’ in Polen na Tsjernobyl; hoe staat het met de trekvogels?
Publication
Publication
De Grauwe Gors , Volume 14 - Issue 3 p. 18- 20
Aquila Pomarina, de Arend van Pommeren, ofwel de Schreeuwarend, was er inderdaad. Tweemaal ontmoetten we hem in Noord-Polen in zijn stamgebied (1) met veel meren en oude oerbossen. Van 1 tot 13 september j.l. deden Marry en ik daar te Mikolajki mee aan een konferentie over natuurkunde. De Arend merkte het niet zo direkt, maar er was wel iets in zijn territorium dat er sinds de oertijd niet geweest is. Het gebied waar wij hem zagen ligt ca. 750 km ten NW van Tsjernobyl, waar eind april de katastrofe met een kernreaktor plaatsvond. Een eerste radioaktiviteitsgolf trok over NO-Polen in de richting van Zweden en Finland. Nederland kwam op 2 mei in aanraking met een tweede golf (zie kaartje). Radioaktief jodium (2) vormde de hoofdmoot van de stralingdoses die ongevraagd aan mens en dier werden opgelegd. Naar schatting zijn de bewoners van Warsaw en Cracow aan twee tot vijf maal (3) de normale natuurlijke straling blootgesteld geweest. Tijdens ons er geen radioaktief jodium (131I) meer. Alleen langlevende isotopen van de elementen Cesium (4) en Ruthenium (5) waren nog gemakkelijk meetbaar. Cesium komt via regenwater in plant en dier en wordt uiteindelijk naar zee gespoeld. Ruthenium heeft andere scheikundige eigenschappen en komt voor in Hotspots; "hete plekken" in een slechte vertaling. Bedoeld worden kleine plekjes waar een stralingsmeter plotseling uitslaat; "heet" wordt. De aktiviteit kan dan ter plekke wel al gelokaliseerd worden tot op enkele zandkorrels, grassprietjes of boombladeren. In het laboratorium blijken de hotspots stoffelijke deeltjes te zijn met afmetingen van 0.01 tot 0.1 mm (6).
| Additional Metadata | |
|---|---|
| De Grauwe Gors | |
| CC BY-NC 3.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
| Organisation | Avifauna Groningen |
|
Joh. van Klinken. (1986). ’Hotspots’ in Polen na Tsjernobyl; hoe staat het met de trekvogels?. De Grauwe Gors, 14(3), 18–20. |
|