Met een aantal van 665 bezette broedholen (tabel 1) is 1987 voor Groningen een redelijk oeverzwaluwenjaar geweest. Ten opzichte van 1986 is het een uitbreiding met een kleine 20%. Voor heel Nederland bedroeg de toename 50%, zodat de RIN-inventarisatie uitkomt op plusminus 6000 broedparen. In Noord-Drente werd echter een toename geconstateerd van 100 tot 250%; die is vermoedelijk ten koste gegaan van kolonies in Zuidoost-Groningen en Oost-Drente. Ook in de ons omringende landen waren 50% meer oeverzwaluwen dan het vorig broedseizoen. (med. H.N. Leys). Voor wat de omstandigheden in de overwinteringsgebieden (in de Sabel) betreft, ziet het er minder rooskleurig uit. In de zomerperiode van 1986 viel in de Sahel-zone een meer dan gemiddelde hoeveelheid neerslag, dus meer groen en daardoor betere levensomstandigheden voor de oeverzwaluwen die zomer 1987 bij ons hebben gebroed. Afgelopen zomer was de hoeveelheid neerslag in de Sahel maar 60% van het gemiddelde over een groot aantal jaren. Dit zou kunnen betekenen dat er na enkele jaren van enige groei in het Europese oeverzwaluwenbestand weer sprake zal zijn van afname in het broedseizoen 1988 (H.N. Leys).