In het voorjaar van 1989 is op een viertal nachten een poging gedaan de roepactiviteit van kwartels te kwantificeren. Het was de bedoeling op veel uitgebreidere schaal hieraan te werken, maar de grote aantallen kwartels zorgden ervoor, dat alle tijd werd opgeslokt door het inventariseren. Slechts twee nachten leverden iets op. Aangezien er nog nauwelijks kwantitatieve gegevens over de roepactiviteit van kwartels bestaan, en deze van belang zijn voor het bepalen van een goede inventarisatiemethode voor kwartels, leek het de moeite waard de waarnemingen hier in het kort weer te geven. In een grootschalig akkerbouwgebied bij Westerlee is op 14 mei, 28 mei en 10 juni gedurende een hele nacht (van 1,5 uur voor zonsondergang tot 2,5 uur na zonsopkomst) de roepactiviteit van kwartels gescoord. Op 3 juni is deze bezigheid uitgevoerd in een akkerbouwgebied tussen Nieuwolda en Midwolda (van 1 uur voor zonsondergang tot 1 uur na zonsopkomst). Van alle vastgestelde individuen werd steeds gedurende een periode van 5 minuten per kwartier genoteerd of er iets ten gehore werd gebracht. Voorts werd, eveneens in een periode van 5 minuten per kwartier, het aantal roepjes onderverdeeld in slagen (een slag is een serie onafgebroken roepjes). In alle nachten waren de weersomstandigheden redelijk tot goed.