Herfst 1990: een telefoontje uit Finsterwolde, of ik belang had bij een dood IJsvogeltje voor het Natuurmuseum in Groningen. Ze hadden de pechvogel gevonden onder het grote raam van de doorzonkamer. Het had er alle schijn van dat het beestje zijn jammerlijke vergissing op het laatste moment nog heeft willen corrigeren: uit alle macht remmen door het kopje achterover te gooien en de staart en pootjes vooruit. De remweg was (als in zoveel gevallen) te kort, een klein bloedvlekje aan het grote raam met daarin een heel klein donsveertje voorzien van de mooiste kleuren herinnerden aan de crash. In de daaropvolgende weken hoorde ik van nog een aantal raamslachtoffers onder Alcedo atthis. Waren er dan zoveel IJsvogels in onze provincie?