Als het najaar begint en er een harde aanlandige wind opsteekt, krijgen veel vogelaars de kriebels: ze willen naar ‘de kust’ om te zien wat er aan zeevogels langsvliegt. In Zeeland, Noord- en Zuid-Holland is dat simpel: je zoekt een hoog punt op de duinen en kijkt wat er voorbij vliegt. In Groningen – en Friesland – ligt dat moeilijker: om bij de Noordzee te komen moet je òf naar het westen, de Afsluitdijk over, òf naar een van de Waddeneilanden, met name Schiermonnikoog. Dat kost vaak teveel tijd en moeite. Een mogelijkheid die velen onderschatten is Lauwersoog, de Waddenzee dus. Daar is het bij harde noordwesten wind soms goed scoren. Zeevogels (jagers, Vale Stormvogeltjes, Jan-van-genten, etcetera) worden door de harde wind tussen de Waddeneilanden door geblazen, de Waddenzee op richting Groninger kust.