Van 1976 tot 1987 is de weidevogelstand in de Polders afgenomen: de Patrijs is verdwenen en zeer waarschijnlijk zijn Slobeend, Veldleeuwerik en mogelijk de Grutto in aantal afgenomen. De Kievit lijkt te zijn toegenomen. Na 1987 zien we bij de meeste soorten afname, waarmee het beeld lijkt op dat wat elders in Groningen gebeurd. Afwijkend zijn Slobeend en Zomertaling, die tenderen naar toename, en Veldleeuwerik en Graspieper die gelijk zijn gebleven. De Polders zijn nog steeds van betekenis voor weidevogels, met name voor Slobeend, Zomertaling, Watersnip, Grutto en Veldleeuwerik. De toekomst voor de weidevogels zal sterk afhangen van de concrete uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur en de financiële mogelijkheden voor weidevogelbeheer.