Stadsvogels van Groningen. Inventarisatie 1993

In de bebouwde kom van Groningen komt een betrekkelijk groot aantal soorten voor. De soortenrijkdom van de verschillende wijken wordt vooral bepaald door de oppervlakte en structuur van het aanwezige groen. Hiervan wordt vooral door van oorsprong bos- en struweelvogels, waaronder veel insekteneters, geprofiteerd. Wijktypen waar groenstructuren ruim voorhanden zijn en waar de huizen genoeg nestgelegenheid bieden voor holenbroeders zijn de vogelrijkste wijken. Deze omstandigheden worden vooral aangetroffen in de (oudere) nieuwbouwwijken (typen 3, 4 en 5). De oudere wijken (binnenstad en omgeving, typen 1 & 2) zijn het belangrijkst voor de minder aan groen gebonden typische stadsvogels, met name Gierzwaluw en Zwarte Roodstaart. Juist hier ook hebben de meeste soorten van ouder groen (Gekraagde Roodstaart, Grauwe Vliegenvanger) de hoogste dichtheden (hierbij zijn de villawijken niet meegeteld, die waarschijnlijk nog hogere dichtheden bezitten). De jongste wijken zijn zeer vogelarm, wat naast onvoldoende ontwikkeld groen veroor- zaakt lijkt te worden wordt door onvoldoende nestgelegenheid voor veel holenbroeders. De industrieterreinen zijn tamelijk soortenrijk maar in lage dichtheden. Zowel soorten van groenstructuren als de typische stadsvogels zijn hier maar matig vertegenwoordigd.