In het Waddengebied bestaat een rijke traditie wanneer het gaat om het tellen van watervogels. Tot voor kort ging het hier om drie integrale tellingen per seizoen. Vanaf het seizoen 1994-95 worden er twee extra wintertellingen uitgevoerd om het effect van het afsluiten van een aantal kokkel- en mosselpercelen in relatie tot het voorkomen van een aantal kenmerkende watervogels beter te kwantificeren: een mooi voorbeeld van wadvogeltellingen in dienst van een beter natuurbeheer... Vanaf het seizoen 1992-93 worden er op diverse locaties tellingen gehouden in zogenaamde steekproefgebieden. Dit zijn gebieden waar tijdens springtij met een frequentie van één keer in de twee weken of één keer per maand wadvogeltellingen worden gehouden. De belangrijkste doelstelling van deze steekproeftellingen is het verkrijgen van gegevens voor monitoring van watervogels in het Waddengebied.