Op 6 januari 1996, de laatste dag van een periode met strenge vorst, namen we een groep van zestien foeragerende Witbuikrotganzen Branta bernicla hrota waar op binnendijks grasland op slechts 30 meter van een autoweg, een kilometer ten noorden van Delfzijl (atlasblok 7-18). In onze provincie is deze zeldzame wintergast bijna uitsluitend gemeld temidden van “gewone” Zwartbuikrotganzen B.b. bernicla en eenmaal tussen Brandganzen B. leucopsis op 19-4-95 (De Grauwe Gors 23). De Vogelatlas van Groningen noemt twee waarnemingen aan de Noordkust: in maart 1983 zijn er in blok 3-47 enkele exemplaren gezien (diverse waarnemers, B-kode, waarschijnlijk twee vogels) en op 16 januari 1982 zorgde Fred Bosman in hetzelfde blok voor een waarneming van vier exemplaren. Vogels van Groningen meldt zes vroegere waarnemingen (1970-1976) van eenlingen tussen Zwartbuiken. Er is maar één eerdere waarneming van een ongemengde groep, zestien exemplaren op 15 februari 1982 binnendijks bij Noordpolderzijl. Dit alleen al maakte deze groep van zestien in volstrekte afwezigheid van Zwartbuiken tot een bijzonderheid.