In de jaren 80 zijn ’s winters regelmatig tellingen van watervogels in de stad Groningen uitgevoerd. Conclusie was dat Groningen bij strenge vorst een belangrijk toevluchtsoord werd voor vele duizenden watervogels: soms zaten er wel 15.000 watervogels (exclusief meeuwen) in de stad. Ze verbleven hoofdzakelijk op de kanalen en in de havens die als koelwatercircuit door de Hunzecentrale werden gebruikt. Ondertussen is de Hunzecentrale stilgelegd. De kanalen en de havens worden niet meer als koelwatercircuit gebruikt en vroren afgelopen winter dan ook grotendeels dicht. Zo kon bijvoorbeeld voor het eerst in dertig jaar weer volop op de Diepenring worden geschaatst. Hoe zouden watervogels op deze verandering reageren? Reden om maar weer eens een integrale telling te houden. Dit artikel geeft een overzicht van de resultaten.