In het najaar van 1996 zijn door de Nederlandse Steltloper Werkgroep (NSWG) en SOVON twee landelijke tellingen georganiseerd van in het binnenland voorkomende steltlopers. Ze zijn een voortzetting van tellingen uit voorgaande jaren (Gerritsen 1994, Tanger 1995). De tellingen vonden plaats in oktober en november en vielen samen met de ganzen- en zwanentellingen. Doel was het krijgen van een beeld van aantallen, verspreiding en doortrek Ook in Groningen werd door een groot aantal mensen aan deze tellingen meegedaan. In 1994 vond één najaarstelling plaats nl. in november (Van Scharenburg & Van’t Hoff 1996), nu twee. Daardoor is een vergelijking tussen oktober en november mogelijk. Bovendien werd extra informatie verzameld over het gedrag en het voorkomen op gras- en bouwland. In dit artikel wordt ingegaan op de in Groningen aanwezige aantallen, de verdeling over gras- en bouwland en het gedrag.