Het staat op bijna geen enkele kaart, maar is wel tweeënhalve kilometer lang, vierhonderd meter breed en anderhalve meter hoog. Simonsrif hebben we het maar gedoopt, bij ontstentenis van een cartografen- of ambtenarennaam. Simonsrif is een banaanvormige zandplaat, die vijfhonderd meter ten noorden van het vrijwel verdwenen eiland Simonszand is ontstaan op de grens van Waddenzee en Noordzee, tussen Schiermonnikoog en Rottumerplaat. Een onbewoond, naamloos eiland. Het Robinson Crusoe-gevoel is dan ook vrij hevig als onze ploeg van tien vogeltellers op 9 oktober 1998 voor het eerst voet aan wal zet op Simonsrif. Vijfentwintig gewone zeehonden en één grijze liggen op het westelijke puntje, waar ons rubber Zodiac-bootje arriveert, zo verbaasd te wezen over het bezoek dat ze bijna de vaargeul Eilanderbalg (waar twee Roodhalsfuten zwemmen) in moeten worden gerold om ruimte voor het aanlanden te maken. De tamheid van de zeehonden verleidt teller Fons van Leeuwen om op z’n zij een liggende soortgenoot te imiteren. Een oude Eskimo-truc, die inderdaad tot nieuwsgierige toenaderingspogingen van de zeehonden leidt.