De provincie Groningen kent diverse wetlands die van internationaal belang zijn voor vogels. Velen denken daarbij natuurlijk in de eerste plaats aan de Waddenzee. De uitzonderlijke waarde van dit gebied staat gelukkig niet langer ter discussie. Minder bekend is dat binnenlandse meren ook regelmatig dusdanige aantallen watervogels herbergen dat ze voldoen aan de criteria van internationaal belangrijke wetlands. De Nederlandse overheid heeft zich verplicht dergelijke wetlands adequaat te beschermen tegen negatieve invloeden die ze minder geschikt maken als leefgebied voor vogels. Het afgelopen jaar zijn flinke vorderingen gemaakt met een betere formele en juridische bescherming van veel van deze wetlands. Het gaat om de voorgenomen aanwijzing als Speciale Beschermingszone onder de EU-Vogelrichtlijn en om de aanmelding als Wetland in het kader van de Wetlands-Conventie (Ramsar-Conventie). Eén zo’n voorgenomen aanwijzing betreft het Zuidlaardermeergebied. Hierover ontstond nogal wat commotie. Tegenstanders, onder andere afkomstig vanuit de hoek van de landbouw en recreatie, zijn bang dat het gebied ‘op slot’ gaat, stellen dat de aanwijzing ‘uit de lucht komt vallen’ en uiten twijfels over de betrouwbaarheid van de vogelaantallen. Tijd voor een overzicht van de feiten, een presentatie van recente vogelgegevens en enige achtergrondinformatie over de Vogelrichtlijn.