Eind oktober 1998 viel er in Noord-Nederland zeer veel regen. Door harde westen- tot noordwestenwind kon er niet worden gespuid. De waterstand in de kanalen en riviertjes kwam hierdoor veel hoger te staan dan normaal. Om een doorbraak van de Hoornsedijk (ten zuiden van de stad Groningen) te voorkomen is op 29 oktober de dijk van het Drentsche Diep, tussen Groningen en het Zuidlaardermeer, doorgestoken. Hierdoor kwamen de Onner- en Oostpolder en de Westerbroekstermadepolder vrijwel geheel onder water te staan.