Er is een tijd geweest dat alle natuurboeken een pessimistische titel hadden. In de jaren 60 en 70 was dat, toen ik opgroeide. Wie kent niet DE LAATSTE PARADIJZEN, NEUSHOORNS IN HET NAUW, DE LAATSTE ARENDEN en BEDREIGDE VOGELPRACHT, om een paar te noemen. Ik moet bekennen dat mijn jeugdige natuurbeleving sterk beïnvloed werd door dit gesomber. Natuur was iets dat er spoedig niet meer zou zijn en vrolijk werd je er niet van. Later werd dit beter. Er verschenen meer en meer publicaties die niet voortdurend waarschuwden voor Armageddon en ook reportages op de televisie eindigden niet meer standaard met de boodschap dat al het getoonde gevaar liep te verdwijnen als niet onmiddellijk een eind kwam aan houtkap, jacht, wegenbouw, stroperij, luchtvervuiling, toerisme of vul maar in. Er mocht weer van de natuur genoten worden en dat ben ik dan ook volop gaan doen. Maar zo nu en dan komt de oude somberheid weer naar boven. Zo viel laatst op mijn deurmat een tijdschrift met de titel WORLD BIRDWATCH. Het zag er prima uit met een mooie kleurenfoto van een, eh, hele mooie gespikkelde tropische vogel op de omslag en het motto ‘Birdlife International, together for birds and people’. Ik ging er die avond es lekker voor zitten maar het viel me niet mee. Wist u dat de helft van de Balispreeuwen uit de fokgroep in het West Bali Nationaal Park is gestolen? en dat het loslaten van vogeltjes in verkeerde biotopen in India een grote bedreiging vormt voor de inheemse soorten? en dat voor het woud van Bialowiza het laatste uur heeft geslagen? Om maar te zwijgen van de Kaka uit Nieuw Zeeland die het niet meer rooit omdat al 85% van zijn bos, eh, is gerooid. En in Roemenië is al voor de derde keer een cyanide-mijn overgelopen en binnenkort zijn er geen albatrossen meer want die verdrinken allemaal aan de haken van tonijnvissers uit Japan. Dit alles met kleurenfoto’s om het te bewijzen. Na een half uurtje schonk ik een straffe whisky in en pakte de afstandsbediening.