Provence 2003. Het is 38 graden in de schaduw. Ik draai de dop van een flesje Kronenbourg. De Belg in de camper tegenover mij lijkt zo sprekend op Mr. Bean dat ik begin te geloven dat hij werkelijk Rowan Atkinson is. Hij loopt naar de vuilnisbak en gooit al zijn afval in het gras ernaast. Vervolgens doet hij het deksel van de bak open en bukt zich vier maal om zijn troep weg te gooien. Ik moet het zeker weten en loop naar de man toe. Er komt Vlaams uit – toch niet Mr. Bean. Zweet druipt langs mijn slapen. Ik drink nog een flesje bier. Boven het vergeelde gras van de camping verschijnt een Slangenarend met een bedelend jong in zijn kielzog. Iedere beweging van de oudervogel wordt als een schaduw gekopieerd door het jong. Was er maar schaduw, trouwens. De jengelende nazaat heeft kennelijk zin in slang want onophoudelijk roept hij een klagend, iel ‘pi-hiaa, pi-hiaa’.