De Smient Anas penelope is een talrijke overwinteraar in Groningen, vooral aan de kust, maar ook in de graslandgebieden van het binnenland (Boekema et al. 1983, van den Brink et al. 1992). Tegenwoordig is de soort daar op vrijwel alle meren en plassen aan te treffen, en dikwijls ook in brede sloten. Het doortrekpatroon aan de kust is goed bekend uit de vele wadvogeltellingen (van Dijk & van ’t Hoff 1999, Prop et al. 1999) maar de trek door het binnenland is minder goed bekend vanwege het ontbreken van systematische tellingen. Dit hiaat in onze kennis kan nu worden opgevuld omdat beide auteurs Smienten hebben geteld op een aantal plassen en meren rond Groningen en Haren; Nienhuis in het kader van een eigen onderzoek naar het seizoensverloop en seizoensmaximum van de aantallen watervogels, Huisdier in een studie naar het sekseverloop van de Smient (Huisdier 2004). Beide series tellingen geven voor de binnenlandse ‘zoete’ habitat van Groningen een goed beeld van het gemiddelde seizoensverloop, zodat we dit kunnen vergelijken met het seizoensverloop in de ‘zoute’ habitat van de kust. Hulscher telde in het seizoen 2002/2003 enkele malen per week de Smienten in de Oosterpolder, Drentsche-A (Glimmermade), Wolddeelen en De Punt (voor details zie Hulscher 2004). De tellingen van Nienhuis zijn nog niet gepubliceerd en daarom wordt hiervan eerst een overzicht gegeven. Daarna worden beide series tellingen met elkaar vergeleken.

De Grauwe Gors

CC BY-NC 3.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel")

Avifauna Groningen

Jan B. Hulscher, & Jeroen Nienhuis. (2004). Het seizoensverloop van de Smient in de zoute habitat aan de Groninger kust en in de zoete habitat in het Groninger binnenland. De Grauwe Gors, 32(2), 60–66.