‘We beginnen onze rondleiding in de Zoo waar de zon zo fel schijnt dat de ijsberen te water zijn gegaan. U ziet een olifant gevaarlijk voorover knielen om een plukje gras uit de droge gracht te halen. Indische olifanten worden in deze dierentuin naast het verblijf van de olifanten begint een Nachtegaal op volle kracht te zingen. Zeker blij dat hij niet in, maar naast een hok zit. Vervolgen wij onze weg door het Park Tiergarten, dat u niet moet verwarren met de dierentuin. Na de Tweede Wereldoorlog stonden hier nog maar 70 bomen omdat de Berlijners en ook hier zingen links en rechts de Nachtegalen, ondersteund door even zovele Braamsluipers. Het park is schoon maar rond de afvalbakken liggen hopen plastic en andere wegwerpartikelen. Dit blijkt niet de schuld van een ontaarde ondersoort van de propere Duitsers maar wel van de Bonte Kraaien die geleerd hebben hoe ze de etensresten uit de bakken kunnen halen. Alle kraaien in Berlijn zijn bont, soms denk je een zwarte te zien maar dat blijkt telkens weer een Roek: gek genoeg lees je dit soort essentiële informatie nooit in de vele gidsen die over deze stad zijn geschreven.