Field estimates of reproductive success in a model Insect: behavioural surrogates are poor predictors of fitness. Ecology Letters 14: 905-913. D. J. Thompson, C. Hassall, C. D. Lowe en P. C. Watts. 2011. Dave Thompson publiceerde jaren geleden, in 1985 om precies te zijn, een baanbrekende studie waarbij hij als één van de allereersten levenslang paarsucces volgde bij een in het wild levend insect, de Azuurwaterjuffer Coenagrion puella. Vele studies volgden zijn spoor en waterjuffers werden populaire modelorganismen omdat men ervan uitging dat hun paringen relatief eenvoudig te observeren zijn aan de oeverrand van vijvers. Dieren die veel paren hebben echter niet steeds een grotere fitness, zijnde het aantal nakomelingen dat overleeft tot ze zelf volwassen zijn. Echte fitnessmaten opmeten onder veldcondities werd lang als ondoenlijk beschouwd bij in het wild levende insecten. Dit was zeker zo bij deze soorten met een vrijwel niet traceerbaar aquatisch larvaal stadium en sterk mobiele adulten waardoor het zo goed als onmogelijk is bij te houden wat het lot is van de nakomelingen van elk ouderdier.
Additional Metadata | |
---|---|
Brachytron | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie |
R. Stoks. (2012). Literatuur. Brachytron, 15(1), 68–70. |