Er deden vlak voor het verschijnen van deze nieuwe fotogids voor volwassen libellen geruchten de ronde dat de “Dijkstra & Lewington” geëvenaard was. Nu dit werkje verschenen is kan het onderworpen worden aan een kritische blik. Wat onmiddellijk opvalt: het formaat. Het boekje meet 11 bij 16 centimeter en is daarmee nauwelijks groter dan een zakagenda! Past perfect in de achterzak. Toch telt het maar liefst 195 pagina’s, en staan er (op voorwoord en index na) op elke bladzijde hoogkwalitatieve libellenfoto’s. Bij een snelle eerste doorbladering valt op dat de volgorde van de soortbesprekingen afwijkt van de klassieke systematische indeling die in de meeste veldgidsen gehanteerd wordt. De “Libellules de France” volgt een kleurenindeling, naar analogie van de “ODON-tabel”. Er worden vijf grote groepen onderscheiden: de juffers met berookte vleugels (de beekjuffers dus), de blauwe en de witte soorten, de rode en oranje soorten, de soorten die geel hebben en de donkere soorten. Dat het kleurmerk met een half maantje op de bladzijden staat, maakt het handig bladeren. Sommige soorten die wat kleurvariatie kunnen vertonen, worden herhaald in verschillende kleurensecties, en niet met dezelfde foto's maar met ander fotomateriaal dat die variatie illustreert. De Bronslibel (Oxygastra curtisii) is bijvoorbeeld zowel bij de donkere soorten als bij de soorten met geel terug te vinden. De oranje vrouwelijke vorm van Tengere grasjuffer (Ischnura pumilio) vind je bijvoorbeeld ook apart bij de oranje soorten. Aan het begin van elke kleurensectie staat een overzichtstabelletje naarde genera. Op de soortbesprekingspagina’s staat bovenaan een foto met daaronder een korte beschrijving van de belangrijkste kenmerken. Onderaan de pagina staan detailafbeeldingen van onderscheidende kenmerken: genitaliën, vleugeladering, borststukpatroon enz. Met een cijfertje wordt de link gelegd tussen de details en de overzichtsfoto. Handig is ook dat bij de bladschikking rekening gehouden is met sterk gelijkende soorten. In één oogopslag heb je dus in hetzelfde beeld bijvoorbeeld de Gele rombout (Gomphus simillimus) versus de Gevorkte rombout (G. graslinii) en de Bruinrode heidelibel (Sympetrum striolatum) versus de Steenrode heidelibel (S. vulgatum). Hoewel de kans dat je een Zuidelijke glazenmaker (Aeshna affinis) en een Azuurglazenmaker (A. caerulea) in hetzelfde verspreidingsgebied zal tegenkomen gering is, staan ook deze naast elkaar.

Brachytron

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie

Tim Adriaens. (2012). Libellules de France, Guide photographique des imagos de France métropolitaine Jean-Laurent Hentz, Cyrille Deliry en Christophe Bernier, 2011. Brachytron, 15(1), 76–77.