1846
Bijdragen tot de kennis der Flora van Sumatra, inzonderheid van de omstreken van Padang op deszelfs westkust en van het, tot dus verre, nog weinig bekende gebied der Battas, naar aanleiding van de onderzoekingen van Dr. Junghuhn
Publication
Publication
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 1 , Volume 1 - Issue 1 p. 1- 19
Sedert de ijverige onderzoekingen van onzen verdienstelijken kruidkundigen landgenoot Dr. P. W. KORTHALS, voornamelijk bekend gemaakt in de, op last Z. M. den Koning uitgegevene, Verhandelingen ever de Natuurlijke Geschiedenis der Nederlandsche Oost-Indische Bezittingen, is het eiland Sumatra, naar mijn welen, door niemand opzettelijk botanisch onderzocht, behalve door den Heer F. JUNGHUHN, die, door Zijne Excellentie den vorigen Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië, Mr. P. MERKUS, met een topographisch onderzoek van een gedeelte van dat eiland belast, zich die gelegenheid heeft ten nutte gemaakt, om eenige bouwstoffen tot de kennis van deszelfs Flora bij een te brengen. Een niet onbelangrijk aantal der planten door den Heer JUNGHUHN verzameld, is mij, op verzoek van gemelden Gouverneur-Generaal, door dien reiziger toegezonden. Ik heb al dadelijk gepoogd om die bouwstoffen voor de wetenschap te bezigen, en getracht eensdeels door eigen onderzoek, anderdeels door vergelijking, hetzij door mij zelven, hetzij door medewerking mijner builenlandsche vrienden, in de botanische verzamelingen van Engeland en Frankrijk, zoowel als in die van ons Vaderland gedaan, over de mij toegezondene voorwerpen eenig licht te verspreiden. Eene proeve daarvan is in het afgeloopen jaar verschenen in mijne Plantae novae et minus cognitae Indiae Batavae Orientalis ¹).
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 1 | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Koninklijke Nederlandse Botanische Vereniging |
|
W.H. de Vriese. (1846). Bijdragen tot de kennis der Flora van Sumatra, inzonderheid van de omstreken van Padang op deszelfs westkust en van het, tot dus verre, nog weinig bekende gebied der Battas, naar aanleiding van de onderzoekingen van Dr. Junghuhn. Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 1, 1(1), 1–19. |
|