Een woord over den Sambinoer-boom van Sumatra, betrekkelijk deszelfs Botanische bepaling volgens C.L. Blume

Toen in der tijd door den Heer Junghunn een opstel aangeboden werd onder den bovestaanden titel, hielden wij ons (op grond van onze verkregene kennis omtrent den Hr. Blume) ten volle overtuigd, dat deze Heer op die vertoogen, hoe bescheiden en billijk zij ook waren, niet zou zwijgen en plaatsten derhalve, in het voorgevoel, dat wij genoodzaakt zouden worden te spreken, de bijvoeging »1ste gedeelte” tot het genoemde opstel. De uitkomst heeft onze verwachting geregtvaardigd, en het is derhalve ter nadere opheldering van het »Antwoord aan den Hr. W. H. de Vriese door C. L. Blume” (1), dat wij de vrijheid nemen, de volgende regels aan het botanisch publiek aan te bieden.