De warmte, welke in staat is, om de deeltjes van een enkelvoudig lichaam verder van elkander te verwijderen, en daardoor de mate hunner aantrekking te veranderen; de temperatuursveranderingen, welke veroorzaken dat ongelijksoortige stoffen chemisch zich vereenigen of uit hare verbindingen gescheiden worden — zij hebben ook grooten invloed op de levende natuur. Voor de levensfunctiën van dieren en planten is eene bepaalde temperatuur de onmisbare voorwaarde. Voor verschillende levende wezens is de hoeveelheid warmte, die vereischt wordt, niet even groot. In zoo algemeenen zin is deze waarheid lang bekend, en telken jare met het ontluiken der natuur kan men laai bevestigd zien. Doch om zich eenigermate eene voorstolling te kunnen vormen van den invloed der temperatuur op het leven der plant, is het niet voldoende, dat men de werking van een zekeren warmtegraad op het levensproces in zijn geheel onderzoeke. Men behoort dit proces als het ware te ontleden in zijne verschillende elementen. Voor elk der goed omschreven en nauwkeurig te herkennen gedeelten daarvan moet de afhankelijkheid der functie van de temperatuur onderzocht worden. Vooreerst moet men de temperatuur der planten zelve kennen en weten, in hoeverre deze verhoogd of verminderd wordt door geleiding en uitstraling van warmte en door scheikundige processen, en welke veranderingen van volumen daarbij plaats hebben. Vervolgens dient men elk der processen, die te samen den groei van eenig deel der plantencel te weeg brengen, na te gaan in zijne afhankelijkheid van eene zekere temperatuur. Hetzelfde moet geschieden voor de bewegingen van het protoplasma, voor het groen worden van het chlorophyll, voor de vorming van zetmeel, de afscheiding van zuurstof, de ontwikkeling van koolzuur, de imbibitie, enz. Eerst wanneer dit alles voldoende bekend is, mag men hopen, dat de mechanische theorie der warmte, welke zoo schitterende resultaten heeft opgeleverd op anorganisch gebied, met vrucht zal kunnen toegepast worden op het levend organisme, en strekken zal tot eene juiste bepaling van diens arbeidsvermogen.