Dc Heer Prof. C. A. J. A. O u d o m a n s bespreekt en vertoont eenige zeldzame of twijfelachtige Phanerogaraen. Vooreerst brengt hij eene verzameling B a t r a c h i a ter tafel, en daaronder, als voor ons vaderland nog onbekende vormen : B. penicillatum D u m., B. penicillatum D u m. var. submersum Oud., B. hololeueumGke. var. terrestre Gr. G o d r., on B. Baudot! G o d r. var. submersum Dum. De eerste werd in 1857 door den Heer Knuttel in slooten van het Drieberger bosch en in 1860 in eene verbinding van twee vennen aan den Ilondsberg bij Oisterwijk; de tweede door denzelfden in 1866 in het riviertje de Aa bij Princenhagen; de derde door denzelfden in 1860 langs beeken in het Zeister bosch ; de vierde door den spreker zelven in zilte slooten rondom de vestingwerken van Naarden aan de zijde der Meent (gomeenteweide) gevonden.