Verder legt de Heer O. aan de Vergadering voor eene soort van Roos, door den Hr. F. W. van E e d o n in de omstreken van Haarlem gevonden, die op het oog het midden houdt tusschen R. r u b i g i n o s a en R. pimpinellifolia. Spreker had , met den Manuel der Heeren C r ö p i n en de Notes (fase. II) van denzelfden auteur in de hand, gemeend, dat zij geenc andere wezen kan dan R. coronata C r é p. Zekerheidshalve echter, zond hij er een exemplaar van aan don auteur dier soort zelven , doch ontving daarop het bericht, dat onder R. coronata iets anders verstaan wordt, doch dat de quaestieuse vorm, die den Heer Cr é pin onbekend was, nauwkeurig door hem zou worden nagegaan. Daar de Hr. C r é p i n zich reeds sedert geruimen tijd onledig houdt met het verzamelen van bouwstoffen voor eene Monographie der Rozen , en in de B u 11 e t i n s der Belgische botanische Vereeniging reeds een begin heeft gemaakt met de mededeeling van de uitkomst zijner onderzoekingen , zoo kon de beslissing in de aanhangige zaak aan geen beter scheidsrechter worden opgedragen. Zie verder over deze Roos; van Eeden, F1. Batava, afl. 219 pl. I, en Oude mans Fl. v. Nederland, 2e editie , Deel II.