De Hoer Oude mans maakt de aanwezigen alsnu opmerkzaam op een verschijnsel, door hem in den afgeloopen zomer waargenomen aan Glee horna hederaceum, en in geene enkele der hem ten dienste staande flora’s vermeld. Hij vond nl. dat de genoemde plant tweeërlei bloemen voortbrengt: tweeslachtige en oneigenlijk vrouwelijke , en wel aan verschillende stengels. Nu eens vindt men op eene en dezelfde plek beide en dan weder slechts een der twee vormen. Het is niet onwaarschijnlijk , dat sommige auteurs den vorm met vrouwelijke bloemen onder hunne var. hirsuta verstaan (zoo o. a. Grenier en G o d r o n), maar dan toch zonder van het geslachtsverschil melding te maken. Volgens des sprekers waarneming zijn de tweeslachtige bloemen grooter dan de vrouwelijke niet alleen, maar laten zij hare groote helmknoppen , onder de bovenlip verscholen, duidelijk zien als men de bloem slechts omkeert, terwijl diezelfde helmknoppen bij de voel kleinere vrouwelijke bloemen bij een oppervlakkig onderzoek geheel schijnen te ontbreken. Echter zijn zij aanwezig, maar zoo diep is de kroonbuis verscholen , dat men ze niet waarneemt zonder deze te openen. Doet men zulks , dan vindt men ze , maar steriel , geheel vervormd, en zonder dat het microscopisch onderzoek er eene enkele stuifmeelkorrel in ontdekt. In woorden uitgedrukt, kan men het verschil in hoogte, die de vruchtbare en onvruchtbare helmknoppen bereiken, aldus uitdrukken ; Groote tweeslachtige bloemen. De 2 hoogste helmknoppen bereiken de halve of iets racer dan de halve hoogte der bovenlip ; de 2 laagste staan ongeveer op dezelfde lijn met den inham tusschen de boven- en onderlip Kleine vrouwelijke bloemen De 2 hoogste (steriele) helmknoppen reiken tot aan den inham tusschen de boven- en onderlip ; de 2 laagste tot aan den top der kelktanden. Bij beide soorten van bloemen vindt men de twee stempelarmen onder den top der bovenlip, zoodat zij bij de tweeslachtige bloemen even boven de hoogste helmknoppen, bij de vrouwelijke ver daarvan verwijderd voorkomen. — De grootte der tweeslachtige bloemen wordt voornamelijk daardoor veroorzaakt , dat de kroonbuis zeer ver buiten den kelk uitsteekt, wat zij bij de vrouwelijke niet doet.