Voornamelijk door Hofmeister werd, in zijne «Vergleichende Unterschungen”, aangetoond hoe Marsiliaceae en Ligulatae, Selaginelleae en Isoëteae, wat de generatieorganen betreft, tot de belangrijkste onder de kryptogamen beboeren; omdat beide plantengroepen vooral door hare rudimentaire protballia een duidelijken overgang van vaatkryptogamen tot phanerogamen vormen ; een overgang, van welken de kennis zeer belangrijk genoemd mag worden, omdat er tusschen generatieorganen van phanerogamen en kryptogamen in het algemeen, zoo weinig punten van overeenkomst bestaan. Dit laatste geldt niet in zoo hooge mate voor de vegetatieorganen, doch, ook wat deze aangaat, bieden vaatkryptogamen en phanerogamen belangrijke verschillen; verschillen, die zich in de eerste plaats openbaren bij topgroei en vertakking van stengel en wortel, en in de wijze van aanleg en groei der bladen. Juist deze hoofdverschillen echter, vallen uit den aard der zaak niet spoedig in het oog; hieraan is het zeker te wijten, dat zij eerst sedert betrekkelijk korten tijd goed zijn aan het licht gebracht en dat, niettegenstaande minder scherpe kenmerken, als: grootere veelvormigheid der vegetatieorganen en meerdere arbeidsverdeeling in elk hunner, reeds lang voor phanerogamen tegenover de hoogere kryptogamen golden. Daar nu de kenmerkende verschilpunten zelven tusschen de vegetatieorganen dezer hoofdgroepen, niet lang bekend zijn, is het niet te verwonderen dat de overgangen tusschen die verschilpunten nog niet of onvoldoende zijn opgespoord. Het kwam mij daarom niet onbelangrijk voor, te zoeken of er, en zoo ja waar, van die overgangen te vinden zouden zijn en vooral waarin ze dan bestaan. Om duidelijk te maken uit welke groep ik planten voor mijn onderzoek moest kiezen, ten einde de meeste kans van slagen te hebben, moet ik met enkele woorden in herinnering brengen hetgeen over stengeltopgroei bij de vaatkryptogamen en bij de phanerogamen bekend is. In deze korte mededeeling wensch ik mij toch zoo goed als alleen, te bepalen tot topgroei en vertakking van den stengel; bij mijn onderzoek heb ik echter de overige vegetatieorganen niet buiten rekening gelaten.