In den zomer van 1878 werd door mij onderscheidene malen de inhoud onderzocht van water en drab, in de omstreken van Baarn en Bussum, gedeeltelijk door Prof. Hu go de Vries, gedeeltelijk door raijzelven, van botanische excursiën medegebracht. Behalve een groot aantal bekende soorten, trof ik daarin de volgende aan, welke tot hiertoe noch in de Statistiek der Flora van Nederland, in 1870 uitgegeven door l)r. Hugo de Vries, noch in de bijdrage van Prof. W. F. R. Suringar, voorkomende op blz. 27—29 van het Ned. Kruidk. Archief, 2e Serie, II, werden opgeteekend. Zij zijn: 1. Scenedesmus obtusus ileyen. (Protococcaceae). 2. Staurospermum viride Ktz. (Zygnemaceae). 3. Closterium didymotocum Cda. 4. » intermedium Sm. 5. » C o r n u Ehrb. 6. Tetmemorus Brebissonii Ral/s. 7. » laevis Ralfs. 8. Cosmarium moniliforme Ralfs. 9. » Cucurbita Bréb. 10. Euastrura binale Ralfs. 11. Staurastrum aristiferum Ralfs. 12. Xanthidium armatum Bréb. 13. Cyphella helvetica Ktz. 14. » cuspidata Ktz. Desmidiaceae. Diatomaceae.