1878
Bijdrage tot de Flora van Harderwijk. (Cf. Nederl. Kruidk. Archief; III p. 177 vv. V. 423 vv. en 440.)
Publication
Publication
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 2 , Volume 3 - Issue 1 p. 426- 428
Wederom ben ik in de gelegenheid eenige mededeelingen te doen omtrent enkele zeldzame of minder algemeene planten, gevonden in de omstreken van Harderwijk, onder welke tevens eene merkwaardige nieuwe indiga. Vooreerst vond ik weder sommige opgaven van groeiplaatsen van onze oudere Floristen bevestigd, n.l. van; Lathyrus palustris L. in de Hierdermeên (Oostermeên) volgens Van Gemis; aldaar in 1868 door mij teruggevonden op enkele plaatsen in onderscheidene Exx. Cicendia filiformis Rchb. mede volgens Van Genns bij Harderwijk, vond ik in 1879 op een vochtige heideplaats aan het einde der Zandsteeg. Listera ovata Brown. bij H. volgens De Gorter. Zeldzaam in het bosch van Leuveren. Verder werden door mij in de laatste jaren hier aangetroffen: L e p i d i u m D raba L. Bij de Haven in 1871 op een enkele plaats in menigte. Sedert door vergraving van het terrein zeer verminderd, doch niet geheel verdwenen, Cakile maritima Scop. Enkele Exx. in de duinen langs het zeestrand. Parnassia palustris L. in de Gagelkampen bij ’sHeerenloo. Dianthus deltoides L. Duin langs het zeestrand, zeldzaam. Anthriscus vulgaris Pers. Langs de stadsmuren naar den zeekant, enkele Exx. Petasites officinalis Mönch. aan de stadsgracht bij het Badhuis. Echinosperraum Lappula Lehm. Bij het bruggenhoofd aan zee, één Exempl. Galeobdolon luteum Huds. Op een vochtige plaats tusschen hakhout, onder ’s Heerenloö. Epipactis latifolia AU. In het bosch van Leuveren. Goodyera repens Brown. Deze nieuwe indigena werd het eerst in Aug. 1889 aangetroffen op een enkele plaats in het bosch van Leuveren in weinige Exempl., waarvan 5 bloeiend. — In Aug. van dit jaar vond ik haar weder op een paar niet ver van elkander verwijderde plaatsen in een 25tal bloeiende specimina, zoodat er wel waarschijnlijkheid bestaat, dat zij zich verder zal verspreiden. Volgens C. F. Nijmau, Sylloge Florae Europ. pag. 355, komt G. repens voor in Zwitserland, Oostenrijk, Duitschland (»Zerstreut dürch das Gebiet” Koch.) Scandinavië (behalve Denemarken) , Schotland, Frankrijk, enz. In België en Engeland schijnt ze dus ook nog niet te zijn gevonden. Juncus Tenageia Ehrh. bij ’s Heerenloo en Ermelo in vochtige heidevelden. Heleocharis acicularis Brown. aan slooten in de Weisteeg. Zeldzaam. Carex canescens L. Op onderscheidene plaatsen onder Hierden. Anthoxanthum Puelii Lee. Lam. Op enkele roggeakkers onder Tonsel, in menigte (Juli 1881). Koeler ia cristata Pers. Duingrond bij de Groentjes. Zeldzaam .
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 2 | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Koninklijke Nederlandse Botanische Vereniging |
|
R. Bondam. (1878). Bijdrage tot de Flora van Harderwijk. (Cf. Nederl. Kruidk. Archief; III p. 177 vv. V. 423 vv. en 440.). Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 2, 3(1), 426–428. |
|