Gelijk bekend is staan bij A d o x a in normale gevallen de bloemen in vijftallige boofdjes aan het einde van een stengel, die zich ontwikkelt uit een horizontaal rhizoom , en ongeveer ter halver hoogte twee tegenovergesteld geplaatste loofbladen draagt. Van de vijf bloemen is één topbloem, de vier andere zijn twee aan twee opposiet geplaatst, en decusseeren met elkander en met de twee loofbladen.